vrijdag 21 juni 2013

Een verpleegplan


Iedere zorgvrager heeft een verpleegplan, zo ook iemand die lijdt aan het syndroom van Gilles de la Tourette. In een verpleegplan staan diagnoses die zijn gevormd aan de hand van verzamelde informatie over de zorgvrager. Verpleegkundige diagnoses worden altijd volgens de PES gemaakt. Aan de hand van deze diagnoses worden resultaten opgesteld, dit is iets wat je binnen een bepaalde tijd hoopt te bereiken. Om het doel te bereiken is het van belang dat de juiste acties en interventies worden gekozen, wat voor handelingen voer je uit om het resultaat te bereiken? In dit artikel laten we een verpleegplan zien met betrekking op een zorgvrager met het syndroom van Gilles de la Tourette. Klik op lees meer om het verpleegplan te bezichtigen. 


Inleiding
Hierbij een compleet, uitgeschreven voorbeeld van een kloppend, volledig uitgewerkt verpleegplan. Het verpleegplan bestaat uit:

Anamnese
            Algemene informatie
Daniel is een jongen van acht jaar. Op zijn zesde is bij hem de aandoening Gilles de la Tourette gediagnostiseerd. Veel beperkingen ondervind Daniel niet in het dagelijks leven, zo gaat hij naar een gewone basisschool en doet hetgeen wat zijn leeftijdsgenoten ook doen. Echter dit verloopt vaak niet geheel zonder klachten.
            Cognitie en waarnemingspatroon
Daniel is slechtziend en draagt een bril. De laatste controle was in de maand Mei 2013. Het dragen van een bril heeft verder geen nadelige gevolgen voor de dagelijkse activiteiten en handelingen. Daniel heeft verder geen problemen met betrekking tot zintuigelijke waarnemingen. Wel is hij bekend met de aandoening Gilles de la Tourette. Daniel geeft aan geen moeite te hebben met het nemen van beslissingen. Ook is hij in staat om nieuwe dingen aan te leren maar zijn aandoening beperkt dit waardoor dit in mindere maten kan plaatsvinden. Hij is snel afgeleid door een willekeurige stimulus en vertoont vaak druk en/of impulsief gedrag.

Prognose: Daniel heeft het onvermogen om zich gedurende een lange periode (bijvoorbeeld meer dan tien minuten) intensief met een activiteit bezig te houden. Daarnaast heeft hij Gilles de la Tourette waardoor hij vaak geagiteerd, boos en gefrustreerd gedrag vertoont naar zijn naasten. Daniel hoopt, in overeenstemming met zijn ouders, met behulp van de verpleegkundige zijn ervaren problemen op gebied van aandacht en concentratie zodanig aan te passen dat hij hierbij geen problemen ondervind voor zowel zichzelf als zijn omgeving.

Diagnose 1: (Gordon, 2008)
Geformuleerd volgens de PES-structuur
            P;        Probleem
            E;        Etiologie
            S;        Signs & Symptoms
(P)robleem
Daniel heeft het onvermogen om zich gedurende een langere periode intensief met een activiteit bezig te houden. Hierbij geeft hij aan vaak gefrustreerd en boos te worden wat leidt tot rusteloos gedrag.
(E)tiologie
-       Behandelingsgerelateerde factoren:
Heeft het syndroom van Gilles de la Tourette en vertoont vaak druk gedrag.
Is wel in staat o nieuwe dingen aan te leren maar wordt beperkt door de aandoening Gilles de la Tourette.

-       Omgevingsfactoren:
Ouders van Daniel bevestigen de bevindingen van hun zoon en stemmen in met de behandeling.

(S)igns & symptoms
Signs
-      Daniel is in zijn handelen snel afgeleid door een willekeurige stimulus
-      Daniel vertoont onvoldoende gerichte aandacht, zowel tijdens een handeling als tijdens een gesprek
-      Daniel heeft een verhoogde gevoeligheid voor prikkels van buitenaf (stimuli)

Symptoms
-      Daniel geeft aan niet altijd een goede nachtrust te hebben
-      Daniel zegt snel geagiteerd en boos te worden

Diagnose:     
Aandacht- en concentratietekort
Definitie          Onvermogen om de aandacht op iets gericht te houden

Resultaat (Johnson,1999)
Beoogde resultaat (volgens RUMBA)
Daniel laat na drie maanden zien zijn vermogen om de aandacht op iets gericht te houden, te hebben ontwikkeld. Hij geeft hierbij aan aandacht en concentratie te hebben tijdens een willekeurige handeling waardoor hij geen problemen ondervind voor zowel zichtzelf als zijn omgeving (word dus v.b. niet gefrustreerd of boos).

Uitleg van het resultaat
Doordat Daniel zich een langere periode met een activiteit kan bezig houden, zonder hierbij gefrustreerd of boos te worden, zet dit hem ertoe om minder problemen voor zichzelf te ervaren. Hetzelfde geld ook voor de omgeving, dus in groepsverband. Daniel zal zo prettiger kunnen samenwerken met anderen en een sociale bijdragen kunnen hebben in zijn omgeving. Kortom; er zijn meerdere voordelen als het resultaat bereikt wordt.

Label              Cognitief vermogen

Definitie       Vermogen om complexe mentale taken uit te voeren

                                                        Indicatoren 
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
   Blijk van controle over bepaalde gebeurtenissen en situaties
   Aandacht
   Concentratie
   Oriëntatie
   Inprentingsvermogen
   Informatieverwerking
  Afweging van alternatieven bij de besluitvorming
  Gepastheid van beslissingen

1 ernstig verstoord, 2 behoorlijk verstoord, 3 matig verstoord, 4 licht verstoord, 5 niet verstoord
Rood = situatie nu     
Groen = beoogde situatie

Interventies (Bulechek, 2010)
De volgende interventies zijn van toepassing:
-         Gedragsregulering: hyperactiviteit/ aandachtstekort
-         Ondersteuning bij leren omgaan met boosheid
    
     1ste Interventie
      Label              Gedragsmodificatie
Definitie         Ontwikkelen van een therapeutisch milieu dat de veiligheid van een patiënt die lijdt aan hyperactiviteit en/of een aandachtstekort waarborgt en een optimaal functioneren bevorderd.
Activiteiten  
-       Bejegen de patiënt op kalme, zakelijke, geruststellende wijze
-       Ga na welk gedrag, gezien het niveau van cognitief functioneren en het vermogen tot
     zelfbeheersing,
     van de patiënt mag worden verwacht en welke consequenties kunnen worden verbonden
     aan
     gedragingen die niet aan de verwachtingen voldoen
-       Prijs de patiënt voor gewenste gedragingen en pogingen tot zelfbeheersing (het geven va n
     positieve feedback)
-       Reageer consequent op zowel gewenste als ongewenste gedragingen
-       Trek voor een mondelinge interactie eerst de aandacht van de patiënt (bijvoorbeeld door hem 
     bij zijn
     naam aan te spreken een oogcontact te maken)
-       Splits complexe instructies uit in eenvoudige stappen (geef de gelegenheid eerst de ene
     instructie uit te 
     voeren alvorens hem de volgende te geven)
-       Bewaak en reguleer het activiteitenniveau en de omgevingsprikkels
-       Leer de patiënt gepaste sociale vaardigheden of bekrachtig deze
-       Bespreek met familie/anderen welk gedrag er redelijkerwijs van de patiënt mag worden
     verwacht (leer anderen ook de gedragsreguleringstechnieken)

2e Interventie
Label             
Ondersteuning bij leren omgaan met boosheid
Definitie        De patiënt helpen zijn woede op een adaptieve, niet-gewelddadige manier te uiten.
Activiteiten  
-       Bouw een goede vertrouwensrelatie met de patiënt op
-       Moedig de patiënt aan hulp te vragen wanneer hij de spanning voelt toenemen
-       Bewaak het risico op ongepaste agressie en neem maatregelen voordat deze tot uiting komt
-       Voorkom dat de patiënt bij het uiten van zijn woede zichzelf of anderen lichamelijk letsel
     toebrengt (bijvoorbeeld duidelijk grenzen stellen)
-       Help de patiënt de oorzaak van zijn woede te achterhalen
-       Geef de patiënt instructies over de toepassing van kalmerende maatregelen (bijvoorbeeld
     time-out, diep ademhalen)
-       Help de patiënt gepaste methoden te ontwikkelen om zijn boosheid  naar anderen te uiten
    (bijvoorbeeld assertiviteit, duidelijk zeggen hoe hij zicht voelt)

     Extra toelichting
     Als beide interventies goed zijn uitgevoerd zal Daniel uiteindelijk het vermogen hebben om 
     zijn aandacht op iets gericht te houden zonder hierbij gefrustreerd te raken. Daniel zal
     hierdoor ook een verhoogde kans hebben op een goede nachtrust. Deze interventies sluiten
     goed aan bij het resultaat dat geformuleerd is. De interventies zullen dan uiteraard wel goed
     uitgevoerd moeten worden. Daarnaast is medewerking van Daniel zelf een belangrijk aspect,
      daarom is het noodzakelijk dat de verpleegkundige, en naasten van Daniel hem stimuleren.




            Rollen- en relatiepatroon
Daniel woont thuis met zijn vader, moeder, broer en zus. Bij het hebben van gezins-of familieproblemen – wat zelden voorkomt – zegt zijn moeder dat Daniel vaak met zijn vader hierover praat. Volgens zijn moeder hebben Daniel en zijn vader een hechte band. Daniel is niet afhankelijk van zijn ouders of anderen in zijn dagelijkse verrichtingen. Zijn moeder zegt geen problemen of moeite te hebben met de opvoeding. Daniel is niet aangesloten bij een vereniging, club of andere sociale groep en heeft geen en/of weinig vrienden buiten school. Zijn ouders geven aan zich hierover zorgen te maken; ‘wij merken dat hij niet lekker in zijn vel zit’. Bij navraag hiernaar zegt Daniel zich geregeld eenzaam te voelen op momenten wanneer hij op school bijvoorbeeld activiteiten of spelletjes doet. Hij geeft hierbij aan dat  de andere kinderen op school hem gek vinden en dat hij daarom geen vriendjes heeft. Daniel voelt zich het prettigst in zijn eigen huis; ‘hier kan ik doen wat ik wil zonder dat anderen mij gek vinden, daarom blijf ik liever thuis’.

Prognose: Daniel heeft het gevoel alleen te zijn en zondert zichzelf af van anderen (voornamelijk op school). Daarnaast heeft hij Gilles de la Tourette, waardoor hij vaak boos kan overkomen op zijn naasten[1]. Samen met hulp van de verpleegkundige hopen Daniel en zijn ouders, met medewerking van de school, de interpersoonlijke interactie van Daniel op een niveau te krijgen dat gewenst is voor het persoonlijk welzijn.

Diagnose 2: (Gordon, 2008)
Geformuleerd volgens de PES-structuur
            P;        Probleem
            E;        Etiologie
            S;        Signs & Symptoms
(P)robleem
Daniel heeft het gevoel alleen te zijn en zondert zich hierdoor af van anderen. Dit voornamelijk op school. Daarnaast is hij niet aaneengesloten bij een vereniging, club of andere sociale groep wat samen bijdraagt aan een interpersoonlijke interactie die onder het niveau ligt dat gewenst is voor het persoonlijk welzijn.
(E)tiologie
-       Behandelingsgerelateerde factoren:
Heeft het syndroom van Gilles de la Tourette en vertoont vaak druk gedrag, wordt snel gefrustreerd, boos, wat kan leiden tot rusteloos gedrag.

-       Persoonsgebonden factoren:
Verminderde sociale contacten ten gevolge van Gilles de la Tourette.
Heeft moeite met het maken van vriendjes omdat kinderen op school hem gek vinden (naar zijn beleving).

-       Omgevingsfactoren:
Daniel kan met zijn vader het beste over zijn problemen praten.. Daarnaast is hij niet aangesloten bij een vereniging, club of andere sociale groep en heeft geen/weinig vrienden buiten school. De ouders van Daniel zeggen zich zorgen te maken over hun zoon. Tevens bevestigen zij de behandeling.

(S)igns & symptoms
Signs
-      Daniel maakt tijdens het gesprek een lusteloze indruk (apathie)
-      Daniel heeft het syndroom van Gilles de la Tourette
-      Maakt een schamende indruk bij zijn tics
-      Daniel lijkt verdrietig en onzeker in zijn handelen

Symptoms
-      Daniel zegt zich geregeld eenzaam te voelen. Voornamelijk op school wanneer hij bijvoorbeeld activiteiten of spelletjes doet
-      Daniel zegt dat kinderen op school hem gek vinden en dat hij daarom geen vriendjes heeft
-      Daniel geeft aan weinig naar buiten te gaan omdat hij zich het prettigst in zijn eigen huis voelt
-      Daniel zegt geen en/of weinig vrienden te hebben
-      Daniel zegt liever niet naar school te willen gaan

Diagnose:     
Sociaal isolement
Definitie          Gevoel van alleen-zijn dat wordt toegeschreven aan een interpersoonlijke interactie die onder niveau ligt dat gewenst of vereist is voor het persoonlijk welzijn.

Resultaat (Johnson,1999)
Beoogde resultaat (volgens RUMBA)
Na drie weken laat Daniel zien zijn sociale vaardigheden te hebben ontwikkeld. Hierbij kan hij met een bekende uit zijn omgeving, op eigen initiatief, contact leggen en een gesprek beginnen. Dit wordt bereikt door middel van sociale steun die Daniel krijgt van zijn ouders, school en eventueel een therapeut die helpen zijn sociale vaardigheden verder te ontwikkelen

Uitleg van het resultaat
Belangrijk is dat Daniel  geheel zelfstandig en uit eigen wil een gesprek kan voeren met een ander. Juist wanneer Daniel zijn sociale vaardigheden ontwikkeld, kan hij makkelijker vriendjes maken en zo zijn (risico op) sociaal isolement beperken. Dit zowel op school als tijdens het buitenspelen. Ook wanneer Daniel bijvoorbeeld lid wordt van een recreatie vereniging, natuurlijk wel uit eigen wil, zal hij een vrijetijdsbesteding hebben. Hierdoor kan hij ook nieuwe contacten opdoen die hem kunnen helpen bij zijn sociale ontwikkelingen. Voorbeelden van sociale ontwikkelingen zijn: contacten leggen met anderen, een gesprek beginnen, omgaan met kritiek, opkomen voor zichzelf, omgaan met gevoelen en omgaan met pesten etc.

Label              Sociale vaardigheden

Definitie       Mate waarin iemand effectieve interactiegedragingen vertoont
                                                                             Indicatoren 

1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
                       Openheid
                       Openstaan voor anderen
                       Samenwerking
                       Gezelligheid
                       Assertiviteit
           Confrontatie
           Zelfverzekerdheid

1 ernstgeen, 2 beperkt, 3 matig, 4 aanmerkelijk, 5ruimschoots
Rood = situatie nu     
Groen = beoogde situatie

Interventies (Bulechek, 2010)
De volgende interventies zijn van toepassing:
-       Bevordering van socialisatie
-       Bevordering van eigenwaarde
     
      1ste interventie
Label             Bevordering van socialisatie
Definitie        Bevorderen van het vermogen van de patiënt om met anderen om te gaan.
Activiteiten  
-         Moedig de patiënt aan relaties te ontwikkelen
-         Moedig de patiënt aan tot deelname aan sociale en buurtactiviteiten
-         Stimuleer deelname aan groepsactiviteiten of individuele activiteiten voor reminiscentie
-         Geef de patiënt de gelegenheid interpersoonlijke grenzen te verkennen
-         Moedig de patiënt aan in rollenspel te oefenen met communicatiever vaardigheden en
      technieken
-         Geef positieve feedback wanneer de patiënt contact zoekt met anderen
-         Moedig de patiënt aan toekomstige activiteiten te plannen

      2e Interventie
Label            Bevordering van eigenwaarde
Definitie        De patiënt helpen zijn zelfbeeld te verbeteren.
Activiteiten  
-         Beoordeel uitspraken van de patiënt over zijn eigenwaarde
-         Moedig de patiënt aan oogcontact te zoeken wanneer hij met anderen praat
-         Onderstreep de sterke kanten die de patiënt noemt
-         Maak duidelijk dat u er alle vertrouwen in heeft dat de patiënt de situatie aankan
-         Help de patiënt realistische doelen te stellen voor het vergroten van de eigenwaarde (en het 
      uitsluiten van onzekerheid)
-         Beloon of prijs de patiënt voor de vorderingen die hij maakt met de verwezenlijking van zijn
      doelen
-      Schep een stimulerend klimaat en geef de gelegenheid tot activiteiten die bevorderlijk zijn
      voor het gevoel van eigenwaarde.
-         Leg de ouders indien van toepassing uit hoezeer het voor het zelfbeeld van het kind van
      belang is dat ze belangstelling voor hem tonen en steunen.
-         Ga indien van toepassing na hoe de eigenwaarde zich in de loop van de tijd ontwikkelt

Extra toelichting
Bij beide interventies kan ondersteuning van een therapeut uitkomst bieden. Een therapeut kan een grote rol spelen om Daniel te helpen bij het veranderen van zijn (sociale) vaardigheden. Zodat hij beter contact kan leggen met zijn klasgenoten.

Het inschakelen van een therapeut betekend niet dat de verpleegkundige geen rol meer zal spelen bij de behandeling van Daniel. Zij blijft betrokken bij dit proces en gaat door met haar activiteiten met betrekking tot de sociale vaardigheden. Ook kan de verpleegkundige een luisterend oor bieden mocht het zo zijn dat Daniel moeite heeft ergens mee. De verpleegkundige blijft dus hoe dan ook betrokken bij het hele proces van het bevorderen van sociale vaardigheden van Daniel.

Als beide interventies zijn uitgevoerd (die elkaar deels overlappen) zullen de sociale vaardigheden van Daniel veranderd zijn. Hij zal minder moeite ondervinden bij het aangaan van een gesprek en zal sneller participeren in groepsverband op school (bijvoorbeeld met spelletjes op het schoolplein, of na schooltijd spelen met klasgenootjes).
  
Evaluatie 
De evaluatie van het beoogde resultaat wordt behaald door het nauwkeurig uitvoeren van de activiteiten die gelden voor de interventies. Zonder interventies kun je immers niet evalueren.

Na drie maanden heeft Daniel, met intensieve begeleiding van zowel de verpleegkundigen, zijn ouders, en leraren op school, zijn vermogen om de aandacht op iets gericht te houden ontwikkeld. Hij geeft hierbij aan aandacht en concentratie te hebben tijdens een willekeurige handeling waardoor hij geen problemen ondervind voor zowel zichzelf als zijn omgeving.

De evaluatie vind plaats aan de hand van persoonlijke gesprekken met de verpleegkundige en Daniel zelf. Dit betreft niet alleen een eindevaluatie. Ook is er sprake van verschillende tussenevaluaties. Zo wordt om de twee weken een gesprek gehouden welke wordt vastgelegd in een schriftelijke notule  die de verpleegkundige waarborgt.

Op de maandag over 3 weken wordt er tijdens een gesprek met de therapeut gekeken of de resultaten behaald zijn. Ook wordt er dan gesproken over de ontwikkelingen van Daniel, met behaalde of niet behaalde resultaten.
In het geval dat de resultaten niet behaald zijn, wordt er overlegd hoe we deze wellicht kunnen aanpassen of dat we ons op andere resultaten moeten gaan richten.


 Bronnen:

-  Bulechek, Gloria M. & Butcher, Howard K. & Dochterman, J. (2010). Verpleegkundige interventies. Amsterdam: Elsevier.
Gordon, M. (2008). Handleiding verpleegkundige diagnostiek vierde druk. Maarssen: Elsevier.
 Grégoire, L. van Straatten-Huygen, A. & Trompert, R. (2007) Anatomie en fysiologie van de mens. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff.
De jong, J.H.J. & Kerstens, J.A.M. & Vermeulen, M.M. (2003). Handboek verpleegkunde. Houten: Bohn  Stafleu van Loghum.
Johnson, M.  & Maas, M. (1999). Verpleegkundige zorgresultaten.
Maarssen: Elsevier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten